Algemene inleiding
Op het gebied van financiering was 2017 een redelijk stabiel jaar voor Helmond. Hoewel de rente ook dit jaar op zowel de geld- als de kapitaalmarkt nog aanhoudend laag was, heeft dit voor onze gemeente geen effect gehad omdat er geen financieringsbehoefte is geweest. Met een liquiditeitsverloop van vooral creditsaldi, hebben we ook dit jaar weer regelmatig onze overtollige liquide middelen tijdelijk moeten stallen in de schatkist bij het Rijk via het schatkistbankieren.
Als gevolg van het strengere beleid wat we sinds 2013 hanteren rondom het verstrekken van leningen- en borgstellingen, zijn er dit jaar weinig mutaties in de leningen- en borgstellingenportefeuille geweest. Er is één nieuwe geldlening verstrekt en de mutaties in de borgstellingen hebben met name betrekking op de achtervangfunctie voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Treasury: Risicobeheer
Een belangrijk uitgangspunt van de wet Fido is dat gemeenten bedachtzaam dienen om te gaan met publieke middelen. Risicobeheersing is van groot belang.
Om gemeenten te behoeden voor de gevolgen van rentefluctuaties zijn wettelijke normen gesteld waaraan gemeenten moeten voldoen. Dit zijn de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide beogen de renterisico’s te begrenzen die verbonden zijn aan de financiering van respectievelijk de korte- en lange schuld.
Kasgeldlimiet
De wettelijke norm van de kasgeldlimiet is bepaald op 8,5% van het begrotingstotaal en in 2017 was deze limiet € 29,7 miljoen. Binnen deze limiet, kan een deel van de financieringsbehoefte worden afgedekt met kortlopende leningen (kasgeldleningen).
Zoals blijkt uit onderstaande tabel is alleen in het eerste kwartaal van 2017 gebruikt gemaakt van de kasgeldlimiet voor een bedrag van € 1,2 miljoen. De rest van het jaar hebben we overwegend een creditpositie gehad en is de kasgeldlimiet niet overschreden.
Kasgeldlimiet 2017 (Bedragen x € 1 miljoen) | 1e kwart. | 2e kwart. | 3e kwart. | 4e kwart. |
Kasgeldlimiet (8,5% van de begroting) | 29,7 | 29,7 | 29,7 | 29,7 |
Gemiddelde netto vlottende schuld | 1,2 | -13,3 | -29,6 | -28,4 |
Ruimte (+) / overschrijding (-) | 28,5 | 43,0 | 59,3 | 58,1 |
Renterisiconorm
De renterisiconorm uit de wet FIDO regelt dat gemeenten tot een dusdanige opbouw van de leningenportefeuille komen, dat tegenvallers als gevolg van renteaanpassing en herfinanciering in voldoende mate worden beperkt. Om dit risico te beperken, brengen we een spreiding aan in de looptijden van de leningenportefeuille. De renterisiconorm maximeert het totaal aan aflossingen en renteherziening op leningen op maximaal 20% van het begrotingstotaal. Voor Helmond is dat in 2017 € 69,8 miljoen.
Zoals blijkt uit onderstaande tabel is de gemeente ruimschoots binnen de renterisiconorm gebleven.
Renterisiconorm | 2017 | |
a | Renteherziening | 13,1 |
b | Aflossingen | 4,7 |
Totaal risico (a+b) | 17,8 | |
Renterisiconorm | 69,8 | |
Ruimte onder de renterisiconorm | 52,0 |
Ontwikkeling leningen- en garantieportefeuille
Het verloop van onze leningen- en garantieportefeuille is nader uitgewerkt in onderstaande tabel.
| 31-12-2017 | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
Geldleningen u/g | |||
Woningbouwcorporaties | 4,6 | 5,0 | 5,4 |
Verpleeg/verzorgingshuizen | 2,3 | 2,6 | 4,8 |
Overige | 15,6 | 17,0 | 18,0 |
Totaal geldleningen u/g | 22,5 | 24,6 | 28,2 |
Gewaarborgde leningen netto risico bedrag* | 28,1 | 32,0 | 34,9 |
Huurgaranties** | 1,9 | ||
Achtervang via W.S.W. | 487,8 | 505,4 | 506,0 |
Totaal waarborgen en achtervang | 517,8 | 537,4 | 540,9 |
Totaal | 540,3 | 562,0 | 569,1 |
* Dit betreft het netto risico-bedrag, dus excl. garanties die verstrekt zijn door bijv. een waarborgfonds. Geen rekening is gehouden met zekerheden die ten gunste van de gemeente gesteld zijn, alsmede de financiële positie van de betreffende instelling.
** Met ingang van 2017 worden de huurgaranties apart in het overzicht opgenomen. Daarvoor maakten ze deel uit van de gewaarborgde leningen.
In 2017 zijn er voor € 0,9 miljoen aan nieuwe starters- en duurzaamheidsleningen verstrekt. Daarnaast is de 1e tranche van de geldlening aan de Stichting Belangen Helmond Sport verstrekt, waarmee veiligheidsinvesteringen aan het stadion gedaan zijn. Het totale volume van de verstrekte geldleningen (u/g) is in 2017 afgenomen. Dit komt door reguliere aflossingen van € 3,1 miljoen en daarnaast is een verstrekte lening aan de Stichting Zorgboog vervroegd afgelost.
In het kader van de regeling met de Stichting Waarborgfonds Sport is bij de gewaarborgde geldleningen één nieuwe borgstelling verstrekt van € 35.000 aan Stiphout Vooruit. Op de overige leningen waarvoor de gemeente borg staat wordt volgens planning afgelost, waardoor het totale garantiebedrag terugloopt.
Het bedrag aan geldleningen van woningbouwcorporaties waar de gemeente de zogenaamde achtervangfunctie vervult jegens het Waarborgfonds Sociale Woningbouw is conform verwachting teruggelopen. Met de woningbouwcorporaties Woonpartners, Volksbelang, Compaen en Wocom was reeds een gelimiteerde achtervangovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) gesloten. In 2017 is daar Stichting Woonbedrijf SWS aan toegevoegd.
Het WSW bepaalt voor iedere deelnemende corporatie minimaal een keer per jaar het zogenaamde borgingsplafond. Het borgingsplafond is het maximale bedrag dat een corporatie in een zekere periode onder WSW borging mag lenen voor geplande activiteiten die voldoen aan de bestedingsdoelen zoals geformuleerd in het Reglement van Deelneming van het WSW. Ook voor de in Helmond werkzame corporaties is een dergelijk borgingsplafond vastgesteld.
Voor wat betreft de actuele risico’s op de huidige leningen- en borgstellingportefeuille wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Treasury: gemeentefinanciering
Uitzettingen
Een belangrijk uitgangspunt van de wet Fido en de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) is dat gemeenten bedachtzaam dienen om te gaan met publieke middelen. Risicobeheersing is van groot belang, zowel bij het uitzetten van middelen als bij het aangaan van leningen. Ons leningen- en garantiebeleid sluit hierbij aan, waardoor nog maar in beperkte mate leningen of borgstellingen worden verstrekt.
Door het verplicht schatkistbankieren zijn de risico's bij het uitzetten van middelen niet meer aan de orde.
Wel heeft de gemeente nog een paar beleggingen die zijn aangegaan voor de inwerkingtreding van het verplicht schatkistbankieren en die ook per 1 januari 2017 nog liepen. Dit zijn de volgende:
Garantieproduct ABN-AMRO
De gemeente ontvangt op basis van deze belegging een gegarandeerd beleggingsrendement van 4% samengesteld per jaar. Daarnaast is contractueel vastgelegd, dat jaarlijks vanaf 2011 t/m 2019 aan de gemeente een uitkering wordt gedaan van € 453.780. De stand per 31 december 2017 van deze belegging is afgerond € 6,4 miljoen. De belegging loopt af per 1 september 2020; op deze datum ontvangt de gemeente gegarandeerd een bedrag terug van tenminste € 5 miljoen.
APG-IS Rentefonds
De gemeente heeft een aantal jaren deelgenomen aan dit fonds. In de afgelopen periode is de omvang van het fonds afgenomen en kwamen de kosten voor het beheren van het vermogen ten laste van nog maar een paar participanten. Omdat dit tot behoorlijke kosten leidde hebben de Asset Owner en de beheerder van het Rentefonds gezamenlijk besloten over te gaan tot liquidatie van het fonds. De gemeentelijke belegging van € 7,5 miljoen is inmiddels terugontvangen.
N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten
Per 31 december 2017 heeft het uitstaande deposito bij de Bank Nederlandse Gemeenten nog een omvang van afgerond € 1,1 miljoen
Financiering
Het verloop van de vaste financieringen in 2017 was als volgt:
Overzicht opgenomen geldleningen 2017 | ||
bedragen x € 1 miljoen | Eigen financiering | |
stand per 1-1-2017 | 143,4 | |
aangetrokken leningen | +/+ | 0,0 |
buitengewone aflossingen | -/- | 0,0 |
reguliere aflossingen | -/- | 4,7 |
stand per 31-12-2017 | 138,7 |
Zoals in de inleiding al aangegeven, was in 2017 sprake van een positieve liquiditeitspositie. Er zijn dan ook geen nieuwe (consolidatie)leningen aangetrokken. De huidige leningenportefeuille bestaat vooral uit contracten waarbij vervroegde aflossing is uitgesloten, dan wel dat sprake is van een forse boeteclausule.
Door de reguliere aflossingen is het bedrag aan geldleningen o/g met € 4,7 miljoen afgenomen.
Renteresultaat
Conform de BBV voorschriften is onderstaand renteschema opgenomen waarmee inzicht gegeven wordt in de rentelasten, externe financiering en de wijze van rentetoerekening. In feite gaat het om de verdeling van de rentekosten over diverse begrotingsposten op basis van de gemiddelde rente.
|
De rentetoerekening aan het grondbedrijf mag alleen naar de verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente toegerekend worden. Op basis van de huidige verhouding betekent dit dat 1,24% mag worden toegerekend in plaats van de renteomslag van 3,25% die vroeger gehanteerd werd.
Voor de overige investeringen wordt de rente toegerekend op basis van het bij de begroting berekende renteomslagpercentage van 3,25%.
Zoals blijkt uit bovenstaande nacalculatie die op basis van de werkelijke rentelasten en boekwaarden is gemaakt, is het werkelijke rentepercentage van 3,53% licht hoger dan het voorgecalculeerde percentage van 3,25% waarmee is gerekend in de jaarrekening. De afwijking van de werkelijke rente t.o.v. de voorgecalculeerde rente bedraagt hiermee circa 9%, zodat we binnen de marge van 25% blijven. Het BBV stelt bij een afwijking groter dan 25% toepassing van het werkelijke rente-percentage verplicht. De gemeente mag dan niet het voorgecalculeerde rente-percentage hanteren.
Dit schema zegt vooral iets over de verdelingssytematiek. Verdere voor- en nadelen op de financiering worden toegelicht bij de Algemene Dekkingsmiddelen op hoofdproduct 944.
Treasury overige ontwikkelingen
Schatkistbankieren
De wet schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun overtollige liquide middelen aan te houden bij het ministerie van Financiën. Dit behoudens een drempelbedrag van ruim € 2,6 miljoen ( normbedrag gemeente Helmond voor 2017 zijnde 0,75% van het begrotingstotaal). Deelname van de decentrale overheden aan schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector. Dit verlaagt namelijk de externe financieringsbehoefte van het Rijk, waardoor het Rijk minder hoeft te financieren op de markt, hetgeen zich weer vertaalt in een lagere staatsschuld. Daarnaast verwacht het Rijk een verdere vermindering van de beleggingsrisico's waaraan decentrale overheden worden blootgesteld. De middelen die een decentrale overheid in de schatkist aanhoudt, blijven beschikbaar voor de uitoefening van de publieke taak.
Doordat het saldo op onze rekening-courant ook in 2017 overwegend positief was, hebben we ook dit jaar weer regelmatig bedragen tijdelijk gestald op onze rekening bij het ministerie, waardoor we gemiddeld onder het drempelbedrag zijn gebleven.
Zie hiervoor onderstaande tabel.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) 2017 | ||||
Drempelbedrag | 2.555 | |||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | |
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 567 | 1.751 | 1.641 | 1.783 |
Ruimte onder het drempelbedrag | 1.988 | 804 | 914 | 772 |
Overschrijding van het drempelbedrag | - | - | - | - |
Deelnemingen
Als vast onderdeel van deze paragraaf wordt er een overzicht gegeven van de instanties waarbij sprake is van een vorm van deelname in het kapitaal van de betreffende instelling en al dan niet sprake van een dividenduitkering dan wel een andere vorm van een uitkering.
Deelnemingen 2017 | ||
Omschrijving | Nominaal bedrag historische uitgaven | Ontvangsten |
Automotive Facilities Brainport Holding NV: 1104 aandelen | 25.280 | 0 |
Enexis Holding NV 23.176 aandelen à € 1,- | 23.176 | 13.596 |
Essent Milieu Holding BV | 1 | 0 |
Publiek belang Electr. Prod. BV | 1 | 0 |
CBL Vennootschap BV | 3 | 0 |
Claim Staat Vennootschap BV | 3 | 0 |
Enexis BV | 3 | 0 |
Verkoop Vennootschap BV | 3 | 0 |
NV Bank Nederlandse Gemeenten 52.650 aandelen à € 2,50 | 131.625 | 86.346 |